Test your grammar 2a (questions)
Vertaal naar het English - klik 'check' - klik vervolgens op 'okay' en ga verder met de volgende vraag.
Sla oefening op als tekstbestand (*.txt)
waar woont hij?
waar gaat hij naartoe?
wat kost het?
wat neem jij?
wat bestelt hij?
wat weet jij?
waar gaan ze naartoe?
hoeveel hebben zij?
wat ziet hij?
wat doen wij?
waar loopt ze?
wat stuurt ze?
hoeveel ontvangen we?
wat krijgt hij?
hoeveel verkopen we?
wat maakt zij?
wat antwoordde hij?
wie vraag ik?
wie bel je?
met wie spreek ik?